reacties ?
henk@astrobril.nl
Verslag 2006

08-02-2009

Start
2001 Jun 21
Verslag 2001
2002 Dec 04
Verslag 2002
2003 Nov 08/09
2005 Oct 03
2006 Mar 29
Verslag 2006
2009 Jul 22

 

ECLIPSREIS NAAR EGYPTE 24 maart - 7 april 2006.

'Erna's Egypte Eclips Ervaring (en nog veel meer)'

Verslag van Erna Prillwitz (versie 15 april 2008, tekst licht bewerkt door Henk Bril).

Spring naar:
25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart -
1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Vrijdag 24 maart 2006
Al maanden heb ik hier naar toe geleefd: het vertrek naar Egypte voor de eclips op 29 maart. Voor de derde keer met de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde, georganiseerd door Henk Bril en Robert van Kempen. Een Nederlands reisbureau als tussenpersoon moet vanwege de SGR; de organisatie ter plekke is in handen van het Egyptische reisbureau Liberty, dat een geweldige prestatie levert door zo'n 55 mensen twee weken lang door het land te zeulen. In Caïro, Bahariya en Luxor zitten we in hotels, dus daar hoeven de begeleiders Khaled en Ali en de gidsen Tarek (Engels, Japans, Pools) en Hussein ons 'alleen maar' op tijd in de twee enorme bussen (airco en toilet) te krijgen om alle prachtige oudheden te laten zien. Ik heb me op geen enkele manier voorbereid, maar mijn gids Tarek geeft overal een uitgebreid college egyptologie.
Mijn plunjezak is nogal zwaar, dus ben ik blij dat Freddie me met de auto naar het station in Amersfoort brengt. Het is flink koud, dus heb ik vest en jas aan. Op Schiphol is het grootste deel van de groep al aanwezig, Janne staat er om ons uit te wuiven! Het is een warm weerzien met de vele lui die ik al van Zambia en Zuid-Afrika ken. Na afscheid van Janne op naar gate G3, de kist is om 15.40 uur los en door de regen heen stijgen we op naar de zon boven de wolken.
10 voor 8, 's avonds dus, de landing (10 voor 9 lokale tijd) op Cairo Airport bij Heliopolis, waar ik in augustus 1948 met een Constellation ook was geland voor de eerste van 3 nachtstops op weg naar Batavia.
Omdat alle astronomische apparatuur die van tevoren was aangemeld, tevoorschijn moet worden gehaald uit tassen en koffers, duurt het tot half 11 voor we in de bussen zitten. Na een lange rit door een overweldigende, nachtelijke stad, langs dicht opeengepakte huizenkubussen; sommige lijken meer op ruïnes, gigantische gebouwen, over drie verdiepingen hoge fly-overs, overal palmen, zijn we in 3*-hotel Concorde, aan de westkant van de Nijl aan de Tahrirstraat. Eerst in de bar een 1/2 liter Stella en weer veel lachen, tenslotte om 2h. slapen. Doordat iemand de reis heeft moeten annuleren, heb ik de kamer, en later het tentje, voor mij alleen, heerlijk!
Beneden in het hotel: de lobby, daarboven restaurant en bar, maar de lift naar de 2e verdieping duurt 30 seconden omdat er allerlei particuliere woonhuizen tussen het restaurant en de hotelkamers zijn. Trappen lopen is dus niet aan te raden.
Vanwege de uitlaatgassen en het getoeter in de straat diep onder me kan ik niet met het raam open slapen. Jammer, want de nachtlucht is lekker koel.
26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Zaterdag 25 maart
Vanzelf wakker om 6.15 uur. Plunjezak en rugzakje uitgepakt. Blij met blauw olifantkussentje, want het hotelkussen is te hard en ruikt naar rook. Om 7 uur 'wake-up call', waarna copieus ontbijt met slappe koffie. Gelukkig Nescafé bij me. Vooralsnog vermijd ik rauwkost en vleeswaren.
Half 9 in de lobby verzamelen voor vertrek. Vanuit de bus kijk ik mijn ogen uit: overal gigantische eucalyptusbomen, flamboyants, cemara (Casuarina sp., de Indische den), kemboja (frangipani, de Indische kerkhofboom), en natuurlijk palmen, en veel wat ik niet ken. Trouwens nergens kokospalmen.
 

Eerst naar de 200 jaar oude Mohamed Ali moskee, barok en renaissance, weelderig, groots, gebouwd op een oude citadel. In de buurt een enorme kalksteenrots, waar ze de blokken maar uit hoefde te hakken. Tot mijn verrassing overal in de muurblokken en vloerstenen grote, 12-15mm doorsnee, nummulieten, foraminiferen, dus eencelligen, volgens de Rebo fossielen encyclopedie zo'n 50 Ma (50 miljoen jaar) geleden afgezet in een warme zee. Komen ook op plekken in Europa voor en kunnen tot 12 cm groot worden.
Bij de ingang een Xray-poortje en jawel hoor, Zwitsers zakmes inleveren. Gaat in kluisje, "nummertje goed bewaren". Vanaf een buitenplein een schitterend uitzicht over de stad naar de piramides in de westelijke verten.
Binnen in de gigantische, weelderige koepel, gebouwd met Italiaans marmer en alabaster uit Luxor, schoenen uit! Volgende moskee is de 500 jaar oude Sultan Hassan moskee, prachtig, - weer op sokken. Er zijn 4 scholen in gevestigd. Dan de 1200 jaar oude Ibn Tulun moskee, op sokken over een enorm uitgestrekt binnenplein.

Aan één kant 4 opeenvolgende galerijen met spitsbogen, zodat je je in een prent van Saenredam waant met alle romige, gele en beige kleuren van steen en pleister. Helemaal binnenin een schitterende houtsnijwerk kansel. Overal Koranteksten.
We genieten van een uitgebreide warme lunch in een (Int. Diners Club) restaurant "Arabesque": linzensoep, 2 soorten rijst, vlees, groentes, merkwaardig toetje van wafeltjes in melk of zo. Dan naar het Egyptisch Museum, weer zakmes ingenomen, met nog horden en horden mensen naar binnen, maar het is allemaal zo groot dat de mensen in het niet vallen. Het is rennen achter Tarek aan en nu speelt de maaltijd me parten, prikkeldraad rond mijn ribbenkast - Pijn!!!, en nog een WC zoeken ook. Toch vind ik later de gids terug. Gelukkig, want hij laat ons twee favorieten van hem zien: een 15-16 cm vliegtuigmodelletje op een stokje, 5000 jaar oud! En in een platte vitrinekast een echtpaar dat zit te luisteren naar een klein kamermuziekgezelschap, poppetjes van zo'n 12 cm. Dan de onvermijdelijke schatkamer van King Tut, inderdaad prachtig. De grafrovers in de Vallei der Koningen en elders moeten in de loop der eeuwen een veelvoud van dit soort schatten uit de tombes van veel belangrijker farao's hebben buitgemaakt!
Terug in de bus blijkt een deel van de groep nog naar de bazaar te willen, sommigen willen naar het hotel lopen, een deel wil terug naar het museum, maar ik heb het wel gehad en ga met nog anderen lekker terug naar het hotel. Douchen en haren wassen (koud), dagboek, een paar kaarten schrijven, en niet mee uit eten, maar om 6 uur naar bed.
24 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Zondag 26 maart
Hoera, om 6 uur fit wakker! Vast een deel van de spullen ingepakt voor de reis morgen. De stad is heiig als ik uit het raam kijk, met nog veel oranje en groene lichtjes. Om 7 uur ontbijt, en om half 9 in de bus. De stad is vol, vies, imposant. Het is zo'n 8 km naar de piramides, de hele weg is volgebouwd met huizen, maar onder alles wat ze bouwen, zitten monumenten in de grond, daarom mag er ook geen andere weg aangelegd worden. De bus parkeert bij honderden andere bussen, maar eenmaal eruit, vallen de mensjes in het niet naast de grote Cheops piramide. Ik ga naar de Westkant en warempel, weer nummulieten in het stenige zand en de kalkrotsen waarop we lopen. Een prachtig jongetje van 9 of 10 jaar geeft me een slecht gesneden scarabee en roept "no problem", en als hij me ook nog een witte lap met een gevlochten hoofdband in de handen stopt is het duidelijk dat er betaald moet worden. Hij grist me haast 5 en 10 pond (samen 2 euro) uit de hand en wil dan een zoen op beide wangen. Nog twee jongetjes willen me een hoofdlap aansmeren, maar ze krijgen alleen maar een zoen. Het is niet eens hinderlijk, omdat ze zo vindingrijk en zo leuk zijn.

Met de bus naar een uitzichtpunt van waar je alle piramides kunt zien. Op de inmiddels hete stenen grond lopen 20 mm grote mieren op zeer hoge dunne poten, met het achterlijf schuin omhoog. Met de bus naar een "P" aan de Zuidkant van Cheops; we kunnen kiezen tussen een piramidegang induiken of een Solar Boat gaan zien in het speciaal daaromheen gebouwde museum. Ik kies voor de boot, 40 meter lang, met hoge slanke boeg en achtersteven, uitlopend in gestileerde papyrusbloem. Met zo'n boot werd de gestorven farao eerst over de Nijl naar de Westoever gebracht, de dodenkant, daarna zou hij met de boot naar de hemelen gaan. Kwart voor 12 alweer in de bus, de lucht trekt dicht met wolkenstrepen vanuit het Westen. Overal bouwsels en geërodeerde kalksteenblokken.
Om 12 uur zijn we bij de Sfinx. Het zicht wordt wat verstoord door steigers, maar toch grijpt de mij aanstarende blik erg aan. De Sfinx schijnt een "Hij" te zijn, maar ik zie er een "Zij" in. Na drie kwartier Sfinx rijden we langs zeer landelijke wegen naar de Sakkara Country Club, alwaar we in een prachtig park onder grote parasols weer een luxueuze warme lunch genieten. Veel bougainvilles en cemara. Aan de rand van de uitgestrekte groene grasvelden golvende gele zandheuvels.
Na vertrek onderweg fotostop bij de Abusir piramides, 5e dynastie, boller, slordiger en kleiner dan 4e dynastie Cheops.
Dan naar Sakkara voor de trappenpiramide, Djoser, 3e dynastie. De lucht trekt helemaal dicht, maar later weer zon.
In Memphis net te laat, 4 uur, om binnen te mogen, maar door een hek zien we de beelden van Amenhotep II en Ramses II, en de alabaster sfinx. In de bus terug weer prikkeldraad om mijn ribbenkast, maar in het hotel toch nog een lekker biertje gepakt. Echter geen enkele behoefte om nog iets te eten, dus ook deze avond het diner op een feestboot laten schieten.
24 maart - 25 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Maandag 27 maart
Om 5 uur wake-up call, om half 6 de ruimbagage buiten de kamerdeur zetten. We rijden om 7.15 uur weg voor de 730 km lange rit langs de Noordkust naar het Westen. Vrij vroeg een stop bij een "Masters" om bier in te slaan. Ik koop wat Pepsi en cashewnoten. We rijden door een eindeloze gele, vlakke woestijn, later steeds in de buurt van de zee. We krijgen goed tijd om het War Museum in El Alamein te bezoeken, met tanks, wagens en ook een vliegtuig in de open lucht uitgestald, alles in een weeë bleekgroene kleur geschilderd. Dan het Commonwealth ereveld, aangrijpend, onafzienbare rijen graven.
Een half uur met de bussen verder naar het Westen brengt ons bij Hotel El Alamein, prachtige bomen, waar we een hop zien. Het strand is schitterend geelwit, de hoge golven turkoois met witte schuimkoppen. Er is weer een overvloedige warme lunch, met een speech van Henk Bril: er is vanuit Saloum gemeld dat we beter een hotel in Mersa Matrouh kunnen nemen, want het is in Saloum noodweer geweest en het hele terrein met tenten staat blank. Ik ben vóór toch doorrijden ("get as far as you can as early as possible") en bied bij voorbaat droge sokken aan. Gelukkig willen de meeste lui het er ook op wagen en we vertrekken weer naar het Westen, regen en avontuur tegemoet. Tegen zessen in de avond zijn er steeds meer en grotere groene vlakten om ons heen, met veel kudden bonte schapen. De zee is keer op keer aan onze rechterkant te zien, soms lichtgroen, soms turkoois. Grote kalksteenplateaus. Vóór ons, rond half 7, tussen de zware wolkenbanken, een laatste glimp van een vuurrode zon. Dan breekt de lucht in afwisselend lichte en donkere wolkenstrepen. Tegen half 9 in de verte lichtjes van een bewoonde wereld: Saloum! Een breed zigzagpatroon van lichten geeft aan waar we, na het passeren van de baai, inderdaad naar de hoogvlakte klimmen waar we volgens Henk pas op voorspraak van Professor Hugo van Woerden de tenten mochten opslaan. We waren niet de enigen! Het terrein is helemaal volgebouwd met tenten en barakken, en de volgende dag komen er nog meer bij. Inderdaad alles nat en blubberig, maar er staat een maaltijd klaar in de eettent. We zitten op de vochtige matten rond 14 lage vierkante tafels. Er zijn 2 Wc’s met aan weerszijden een plankier met een wapperend gordijn, de douches, alles streng bewaakt dat er geen vreemden bij kunnen. Het water wordt uit een truck in containers op het dak van de Wc’s gestort. De verzorgers hebben de Wc’s waarachtig opgevrolijkt met slingers kunstgroen en -bloemen. Vanaf deze dag tot we weer in een hotel in Bahariya zitten krijgen we 2,5 liter water per dag.
In de, niet erg hoge, Coleman tentjes liggen een 5 cm dik matrasje en een warme, wat krappe slaapzak per persoon. Iedereen heeft ook zelf een matrasje bij zich, ik mijn kleine Thermorest, die na 20 jaar gebruik goed gerepareerd blijkt te zijn. Gelukkig, want met het Coleman matrasje alléén voel ik toch de harde ondergrond.
Na de heerlijke maaltijd van rijst, kofte, witte bonen, salades en sauzen kunnen we ons in de tenten installeren. Het waait hard, dus alles dichtgeritst en balaclava aan. Midden in de nacht en rond 06 uur naar de WC: heldere, prachtige sterrennacht!
24 maart - 25 maart - 26 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Dinsdag 28 maart

Heerlijk geslapen! Vóór het ontbijt met mijn weggooicamera rondgelopen. We zitten pal naast een honderdtal witte, hoge, dubbeldaks politietenten. Die lui reden de hele nacht met trucks keihard door de blubber.
De eettent is langwerpig, rechts de tafeltjes, links achter de eetbar een muur van Aquafinadozen, waarachter zich het kook- en afwasgebeuren afspeelt, op de hurken.
Na het ontbijt gaat een deel van de groep naar het stadje; ik schrijf op een stoel (ja, er is een wagen met stoelen aangekomen!) aan de eetbar in mijn dagboek, vier lui bridgen. John, Henk Masselink, en nog een paar zijn met de astronomische apparatuur bezig. Ze zeggen dat de president ook naar de eclips komt. Er is een mooie waarneemplek Zuid van "onze" plek, naast een hek, met uitzicht bijna rondom (de politietenten). Ver achter het hek blijkt het heliplatform te zijn, waar Mubarak inderdaad de volgende dag aankomt. Aan de Oostkant is een gele lijn gespannen, verboden gebied, landmijnen. Aan de Westkant van de aanvoerweg op 4 km de grens met Libië.


Erna Prillwitz wordt geïnterviewd
door de Egyptische televisie,
Henk Masselink kijkt toe.

Deze dag zijn er diverse tv-ploegen, o.a. Nile-tv, die de eclipsgangers interviewen.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Woensdag 29 maart, DE ECLIPSDAG
Om half 6 's morgens een dikke mist. Sombere gezichten. Alles is kletsnat, ook de binnenkant van de tent. Gelukkig heb ik de balaclava aan zodat mijn hoofd niet nat wordt tegen de binnenwand van de tent. Ik denk dat de zon het zal winnen van de mist, en dat gebeurt uiteindelijk ook. Er komen agenten met snuffelhonden langs de tenten, op zoek naar drugs en explosieven. Anton roept dat die stomme dieren niet eens de rotjes hebben geroken in zijn tent. Ik denk, grapje, maar die nacht al, in Siwa, steekt hij een boel vuurpijlen en rotjes af!
In de loop van de ochtend stijgt de spanning nog meer, er is hoog boven ons hoofd iets blauw te zien, terwijl de dichte mist nog rondom ons is.
De ruimbagage moet vóór achten in de bussen liggen, want die mag niet op het terrein blijven (om 3 uur, vertrek naar Siwa, staan ze er nóg).
De meeste lui staan al op het waarneemterrein met hun statieven, telescopen, en videoapparatuur, maar ik lees nog even in Kite Runner, en dan vraagt Christ me om mee te bridgen.
Tenslotte ga ik ook met stoel en dikke jas, mylar bril en verrekijkertje naar het veld, vlak bij het hek, zodat ik vrij uitzicht heb naar het Zuidwesten, vanwaar de zwarte maanschaduw later zal komen aanstormen. Er landen 2x 2 heli's op het platform in de verte: Mr. President. Verkopers zwermen het terrein op, ik koop een grote rode palestijnendoek die deskundig op mijn hoofd wordt gedrapeerd.


Erna wordt ingepakt door
een behulpzame Egyptenaar.

Van de opwinding vergeet ik af te dingen en betaal dus veel te veel, 40 pond. (Helaas is de doek na het eclipsgebeuren afgezakt door het naar boven kijken.) Intussen is de lucht helemaal blauw geworden. Om 11.20 uur kreten "eerste contact!" Een klein hapje uit de zon, dat gestaag groter wordt. Het daglicht krijgt een kille, blauwige zweem. Om 12.25 uur ziet Henk Spoelstra Venus in het Zuidwesten. Het duurt een paar minuten voor ik haar ook zie in het afnemende licht. Dan zwiept de maanschaduw over ons heen, de diamantring! Totaliteit, mylar weg, nu de verrekijker.

De zilverblauwe CORONA! (mijn derde, na Normandië en Lusaka), met 3 brede streamers rechts en meerdere fijne streamers links, onderaan zie ik een paar lussen, en bovenaan is het vlak. Er zijn protuberansen, eerst linksboven, daarna is het hele rechtsonderkwadrant een vurig rood. Ik vergeet niet om rondom naar de horizon te lijken, hij staat oranjeroze in brand.

Dan, na 3 minuten de diamantring aan de andere kant, een felle zonnestraal vaagt de corona weg, en de betovering is over. Het duurt dan nog wel 1 1/2 uur voor de zon weer helemaal zichzelf is, maar in het eerste kille licht wordt er gezoend en omhelsd en gefeliciteerd, en er zijn ook tranen. Aan wie het meemaakte, hóéf je het niet uit te leggen; aan anderen ís het niet uit te leggen, zo'n kosmische beleving.
In de struiken voorbij de gele lijn heeft Rob Gorissen een woestijntapuit ontdekt, wat mooi.
Om 3:10 uur met een lunchpakket in de 2 bussen, terug naar Mersa Matrouh, en dan de afslag naar Siwa in het Zuiden.

Bij het begin van de schemering wordt er gestopt zodat we naar het zodiakale licht kunnen kijken, een brede melkige wig net de punt naar boven, tussen Orion links en de Pleiaden rechts. (Later, thuis, heb ik er Minnaert I op nagelezen; ik wist niet eens dat het bestond.)


Henk Astrobril fotografeert het zodiakale licht - foto Hans de Vries, www.getinthepicture.nl

In het pikdonker komen we aan in de woestijnstad Siwa -gekenmerkt door talloze ezelkarretjes. Hier nemen we afscheid van onze 2 bussen en laden en stappen over in 15 4WD jeeps, om naar het "kampeerterrein" te gaan. Mijn chauffeur is Sueri, lange witte jurk en witte tulband, uit Hurghada, mager donker gezicht met krijgshaftige snor.


v.l.n.r. Gauke Kuipers, Hans de Vries,
Sueri, Erna

Reciteert regelmatig met een prachtige stem Koranverzen. Kilometers buiten Siwa, eerst een dirt road, later door zandduinen, een enorm door palmbladomheining omgeven terrein. Er staat een grote Bedouinentent, onze eettent, de koks zijn er ook en de kooktent. Ook de slaapzakken, maar geen tentjes, de truck kon niet weg uit Saloum. Niemand vond het erg, een deel legde de eigen matjes in de grote tent, een deel sliep buiten in het rulle zand. Die lui lagen tot zeer laat met hun verrekijker naar de zwartfluwelen hemel met de myriaden sterren te kijken.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Donderdag 30 maart
Geen Wc’s, dus een eind door het zand lopen, tot je een beetje uit het gezicht zit. Er is een hete bron, waar ze vorig jaar een rond bassin omheen hebben gebouwd, met een trap om er voorzichtig in te gaan. Direct na het baden het zwavelige water van je af drogen, en je bent heerlijk fris. Ook de moslim helpers baadden hierin, eerst apart, later iedereen tegelijk, al dan niet met zwempak of onderbroek.

Na het ontbijt naar Siwa, de Berg van de Doden, dan de Alexandertempel en de Amontempel. Ik vind het te warm voor het klimwerk en blijf rustig zitten tot de rest terug is. Terug op het terrein zijn de tentjes er, we genieten van een late, warme lunch, en gaan weer in bad. 's Avonds is er een braailam, kampvuur en muziek en dansen. Er zijn 3 waterpijpen: gloeiende houtskool met diverse kruiden, schijnt lekker te zijn. Nog bij Ineke en Christ en anderen gezeten, diepe discussie bij en naar aanleiding van Mariakaarsjes. Het is lang niet zo koud als in Saloum, en vooral droog. Nu ook 9 m onder de zeespiegel (GPS van Rob van de Weg).
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Vrijdag 31 maart
Tot half 8 heerlijk geslapen. Nogal wolkige hemel. In het Westen een stuk regenboog. Na het ontbijt de lui uitgewuifd die naar het petrified forest gaan. Een ruige tocht, zeiden ze, dus thuisgebleven (met nog 6 lui), terwijl Rob en Otto iets voor mij zouden meenemen.
De hele ochtend met ons 7-en naast het hete bad in de schaduw van een palmbladtentje, af en toe erin. Weer intense gesprekken.

Tot we om half 2 door 2 jeeps worden opgehaald voor de warme lunch in het Paradise Hotel in Siwa, daarna luieren in de schaduwrijke hoteltuin in afwachting van de rest. Die komt met niet zo goed nieuws: er is een jeep over een duintop gecrasht, diverse lui gewond. Toch gaat men op verzoek van de ergst gewonde, Herman, door naar het petrified forest, na eerste hulp door een huisarts en een operatiezuster. Terug in Siwa wel meteen naar het ziekenhuis, waar Hermans voorhoofd gehecht wordt, en er naar de anderen goed gekeken wordt. De arts is goed te spreken over het ziekenhuis. Terwijl die groep gaat eten, gaan een aantal van ons zwemmen in het koele zwembad van het hotel, onder dadelpalmen vol zwarte, rijpe dadels.
Daarna is er een uitstapje naar de zonsondergang vanaf Fatnis Island in een enorm meer vlakbij, in de hoop op de groene flits; het is mooi, maar geen flits. Late warme maaltijd in het tentenkamp.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Zaterdag 1 april
0 wee, mijn buik rommelt, en we hebben een 420 km rit met de jeeps voor de boeg, de weg is deels zand, deels wasborden, deels dirt road. Als ik hoor dat mijn buurtentje (de huisarts met zijn vrouw) wakker is, vraag ik door het tentdoek heen advies: ik moet elke 4 uur een loperamide (= imodium) nemen.
Na het ontbijt halen we de paar lui op die in Siwa in een hotel zitten in plaats van in de tenten. Dan blijkt dat van de 3 benodigde permits er één nog niet in orde is. Wachten op een snikhete parkeerplaats, tot we rond half 1 eindelijk Siwa uit kunnen rijden. Zoals ook al op onze weg naar Saloum, zijn er overal roadblocks met militairen die de permits controleren. Bij een paar van die stopplaatsen, en ook bij een tankstation, ligt de woestijngrond bezaaid met nummulieten. Die zijn misschien door de woestijnwind uitgeprepareerd, of, meer waarschijnlijk, gewoon los verkalkt en gefossiliseerd. Twee vormen (vegetatieve en generatieve; generatie wisseling) van zo`n 12 mm, dun met een concentrische structuur, en van 4-5 mm die iets dikker zijn, spiraalstructuur en met kamertjes, voor zover mijn l0x loupe het laat zien. De lui die eerst hebben gelachen om mijn “zand&stenen”-manie, beginnen nu ook driftig te rapen.
Ik zit nu in een jeep bij Ayman, zelf ook gids met een eigen reisbureau in Hurghada, spreekt perfect Engels, ook Frans en Russisch. De manier waarop de 15 jeeps soms vier breed over de vlakte jagen, doet me denken aan een troep honden die samen op jacht zijn. Dat wordt nog sterker als wij, al in het pikkedonker, een band aan flarden rijden. Ayman stopt, een aantal jeeps keren terug en beschijnen in een kring onze jeep, waar Ayman met een paar anderen de band wisselt. Het lijken net levende wezens die hun maat bijstaan.
Elke chauffeur heeft via GSM contact met de anderen, en met de leiding. En niet alleen de chauffeurs, ook bijna onze hele groep is voortdurend in contact met het thuisfront, al dan niet via SMS. Daar ben ik dus te ouderwets voor: als ik weg ben, ben ik weg, en ze merken wel wanneer en hoe ik thuiskom. Ook snap ik niet dat sommigen hun eigen muziek meenemen ("er gaan wel 35 Cd’s op mijn MP3", hoorde ik iemand zeggen). Zo blokkeer je toch je totale gewaarwording van een vreemd land? En de woestijn is zo waanzinnig mooi om doorheen te rijden, ik kom ogen tekort.
Laat, in donker, kwamen we in Bahariya, maaltijd in Hotel Qasr Bawiti. Een deel van ons gaat dóór naar Panorama Hotel, mooi ontworpen, maar slecht geleid, veel kapot in de kamer.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 3 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Zondag 2 april
Wake-up call om 7 uur niet gedaan, maar zelf wakker. Weer elke 4 uur loperamide. Ontbijt OK, verzamelen in het andere hotel om naar onder andere de prachtige, kleine tombe van Bannentiu te gaan. Onbegrijpelijk dat de kleuren van de muurschilderingen zo fel zijn gebleven. Ook nog rondkijken in het dorp, een paar papyrusprenten kopen, die gelukkig bij Jan Los in de koffer kunnen.
Ongeveer half 2 vertrekt de karavaan richting Cairo, met weer diverse stops onderweg. De weg beter, de woestijn schitterend. Rond half 7 de eindeloze buitenwijken van Cairo, vanaf nu leidt Ayman de hele stoet jeeps, eerst via de rondweg, later de straten in, naar weer hotel Concorde. Hij gebruikt zijn ervaring als politieman die met presidentskonvooien heeft gewerkt, zijn gillende sirene en een dreigende, blaffende toeter om het kolkende verkeer opzij te krijgen. Op sommige kruispunten gaat Ayman of een andere jeep gewoon dwars op de weg staan om te zorgen dat de hele stoet af kan slaan. Wij liggen slap van het lachen. In het hotel afscheid van Ayman, weer een Stella, spullen naar boven en dineren.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 4 april - 5 april - 6 april - 7 april

Maandag 3 april
Om half 5 fit wakker. Vroeg ontbijt en met 2 bussen naar het station voor de 9 uur durende rit naar Luxor. Een mooie dagtocht door eindeloze groene velden, veel suikerriet, de bergen aan weerszijden dan weer verder, dan weer dichtbij. Veel bomen met kolonies kleine witte reigers erin. Langs de hele route stationnetjes waar de trein stopt. Veel onafgemaakte nieuwbouw, dat schijnt te maken te hebben met een wet waardoor pas onroerend zaak belasting wordt betaald als een gebouw af is. Domme wet; er wordt duidelijk al op een aantal woonlagen gewoond terwijl van de bovenste verdieping de ijzeren staken van de bewapening vrolijk omhoog steken.
De trein is airco-ed, er is enorme beenruimte, tussen de dubbele ramen is luxaflex die met een draaiknop bediend kan worden. Ook de Wc’s zijn niet extreem vies. Natuurlijk wel steeds Herome op de handen.
Rond half 7 zijn we op Luxor station, er staan weer 2 bussen om ons naar het 5* hotel Le Meridien te brengen. Schitterend aangelegd met een parkachtige tuin, met zwembad, een trapje naar een brede Nijlkade waar felucca's op klanten liggen te wachten. “Too posh for me”. Na een copieus buffet kan ik naar mijn enorme kamer, haar wassen en naar bed.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 5 april - 6 april - 7 april

Dinsdag 4 april
Wake-up call half-5, ontbijt half 6 en kwart voor 6 weg, in de ochtendkoelte over de machtige Nijl naar de Westoever. Valley of the Kings. Grafkamers Ramses III, Ramses IX en King Tut. Meer hoge kalkrotsen dan valley, duizenden mensen van vele landsaarden krioelen rond om de tombes in te gaan.
Daarna naar de tempel van Hatsjepsut, machtig en onvergetelijk groots door de zetting in een U-vormige kom in de ruige gele kalkbergen, waarin gaten zijn: graven van de werkers die tijdens de bouw van de tempel zijn gestorven. Als je van de parking over de brede stenen weg naar de tempel loopt, lijkt hij eerst niet zo groot, meer laag en plat in vergelijking met de omliggende bergen, maar hoe dichterbij, hoe meer hij boven je hoofd lijkt te groeien. Immens. De zon is heet, de wind koel.
Verder met de bus, Tombs of the Nobles. Na Ramose ben ik verzadigd en ga terug naar de bus.
Een warme lunch in een lokaal restaurantje "Ramses", nu blaast er een harde hete wind. Ertegenover ligt de ontzagwekkende tempel van Ramses III, Medinet Haboe.

 Ik loop erheen, maar de groteske afmetingen vind ik stuitend, die man moet megalomaan zijn geweest. Terug naar het restaurantje en net op tijd om met een groepje voor wie het ook mooi is geweest, met een taxibusje terug te gaan naar het hotel. Daar heerlijk in het zwembad -waar ik helaas mijn rode jurk naast de ligstoel vergeet- en dan in de kamer slapen tot 7 uur, waarna weer een uiterst luxueus buffet, in het donker op het terras naast het zwembad. Gids Tarek heeft een mooi T-shirt aan met zijn naam in hiërogliefen; wij kunnen die ook bestellen, dus voor de kleinkinderen! Morgen vliegtickets inleveren om te laten confirmeren, het einde is in zicht...
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 6 april - 7 april

Woensdag 5 april
Het grootste deel van onze groep gaat mee -onder militair konvooi- naar de tempels van Abydos en later Denderah, die verder Noordwaarts, stroomaf, bij de Westoever liggen. Bij Abydos is een aparte tempel waar het hoofd van Osiris zou liggen; Denderah is door Christenen in 300 AD als toevluchtsoord gebruikt, maar ze meenden de tempel te moeten vandaliseren, allerlei gezichten van beelden weggehakt.
De 300 km lange dagrit gaat door prachtige vruchtbare gebieden: tarwe, suikerriet, een klaverachtige plant die als ezelvoer dient, maar ook goed schijnt te zijn voor mensen. Smalspoorkarren voor het suikerriet, dat ook wel op ezelruggen wordt vervoerd. Thuis in het hotel snel spullen weggelegd, lampje en vest meegepakt en om 7 uur naar de Sound&Light Show in de grote Karnak tempel. Megafone koperblazers, donderende pauken en schitterend mannenkoor als begeleiding bij het beurtelings belichten van beelden van farao's en sfinxen. De krankzinnig grote zuilen dicht bij elkaar, als om de mensen plat te drukken, nog megalomaner dan Ramses III. Vivian, zus van Robert, geeft me een stevige arm en dat is heerlijk om niet te wankelen bij het vele naar boven kijken in het donker. Vele honderden mensen, veel geflits, mooi geregisseerde show met dramatische stemmen die de geschiedenis van het oude Egypte vertellen als een VVV-reclame. Later op een tribune, nog meer supersound & light. Naderhand in het donker op het hotelterras een laat diner. Speech van John ("er was één ding op tijd deze reis, en dat was de eclips") en foto's en couverts voor Robert en Henk. Echt verdiend, ze zijn jaren met deze reis bezig geweest.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 7 april

Donderdag 6 april
Buik rommelt, dikke enkels (gevolg van 2 dagen loperamide en veel zitten?) en dus blijf ik vandaag rustig in het hotel. Geen Museum of bazaar, niet naar Karnak of Luxor tempel. Wel naar het zwembad, waar nog meer lui luieren. Mijn rode jurk niet gevonden (?). Mijn plunjezak vast volgepropt voor de reis naar Nederland. Bijna 5 kg zand en stenen.
's Avonds uit eten in leuk restaurant naast de verlichte Luxortempel, van hier naar de Karnaktempel schijnt net een sfinxenalle te zijn uitgegraven. Trouwens, al deze dagen zien we opgravingen bezig, internationale teams.
24 maart - 25 maart - 26 maart - 27 maart - 28 maart - 29 maart - 30 maart - 31 maart - 1 april - 2 april - 3 april - 4 april - 5 april

Vrijdag 7 april
3 uur wake-up call, laatste spullen inpakken, rugzakje is lekker licht, ontbijt, en voor het laatst in de bussen, met Tarek, Hussein en Khaled, die meevliegen naar Cairo. Daar, na veel gedoe met de ruimbagage, hartelijk afscheid nemen van die drie (Tarek weet wel raad met mijn blauwe olifantkussentje), en dan in de Airbus 320 "El Alamein". Take-off 10.25 uur, landing rond drieen op Schiphol, alwaar Janne! Door Piet van het station gehaald, en dan thuis.

Vrijdag 14 april
Een week thuis, maar nog steeds in Egypte...

Erna Prillwitz (1930) ging voor de derde keer mee op eclipsreis.
Door haar brede interesse, aanstekelijk optimisme en warme persoonlijkheid is zij een bijzondere en geliefde reisgenoot.
In december 2007 maakte zij een busreis naar de graven van de eerste wereldoorlog nabij Ieper.
Lees haar verslag hier.

-terug naar boven-

Start | 2001 Jun 21 | Verslag 2001 | 2002 Dec 04 | Verslag 2002 | 2003 Nov 08/09 | 2005 Oct 03 | 2006 Mar 29 | Verslag 2006 | 2009 Jul 22

 

Deze site is voor het laatst bijgewerkt op 08/12/08