Josefa, Zuid-Afrika, 4
december 2002 - REISVERSLAG
ECLIPSREIS NVWS NAAR ZUID-AFRIKA/SWAZILAND
30 november -13 december 2002.
‘FILTER KAN ERAF’
Verslag
van Henk Bril
(versie
10 mei 2003, correcties 23 januari 2005).
Als de Nacht valt in Donker
Afrika……..
De eclips
Probeer je het eens voor te
stellen; je zit lekker op een klapstoeltje onder een kraakheldere hemel te
genieten van al het moois dat de Zuidelijke Sterrenhemel je te bieden heeft
en je hebt al de nodige voorpret voor het wonderschone schouwspel dat je binnen
een vijftal uren te wachten staat: een totale zonsverduistering.
Josefa, een klein plaatsje even buiten het Krugerpark in Zuid-Afrika, 4
december 2002, op de centrale lijn van de totaliteit: 85 seconden duisternis
in het verschiet.
De groep van 24 NVWS-ers brengt de nacht door in de buitenlucht, na een
busrit van meer dan 400 km.
Afrika behoor je te ondergaan.
Afrika, het
vergeten continent.
Afrika, de schoonheid van de wildernis.
Afrika, de
bakermat van de Mens.
Afrika, het genadeloze continent.
Afrika, van de
fantastische eclips van 21 juni 2001.
Afrika, wachtende op een nieuw
schaduwspoor van de Maan.
4 december 2002.
Kraakhelder. Rob van de Weg, Ger Stoffer en ikzelf houden de wacht. Slapen
lukt ons niet. Anderen wél, enkelen houden met hun gesnurk de muggen en
leeuwen op afstand. Een Zuid-Afrikaanse Nachtegaal zingt dapper door. De
sterren stralen, langzaam komen alfa en bèta Centauri hoger boven de kim. De
seeing is niet zo best constateren we, slechter dan gisternacht, en de
sterren beginnen bovendien steeds meer te fonkelen. Venus komt op. De ochtend dreigt.
Even weggedommeld….vijf minuten niet meer…..in het Oosten is laag aan de
horizon dunne bewolking ontstaan. Venus prikt er moeiteloos doorheen. De Zon
straks ook, zo weten we.
Rustig blijven…......hé, er is nu toch iets vreemds aan de hand. De
grensmagnitude holt achteruit. Overal aan de hemel ontstaan vlokjes.
Bewolking. De vlokjes worden groter in omvang en aantal. Binnen tien minuten
is de gehele hemel bewolkt. We zien het zwijgend aan, met
stomme verbazing, letterlijk. Stellige
overtuiging dat de Zon de wolken straks wel wegbrandt. Zeker weten.
Het wordt licht…de eerste slapers worden wakker. Dit kan niet, zie je ze
kijken. Waar is de blauwe lucht die we verwacht hadden. Lichte ongerustheid
maakt zich meester van de groep. Als reisleider overweeg je nog te verkassen
naar een plek met minder wolken. Maar waarheen in Godsnaam? In alle
windrichtingen is het tot aan de horizon bewolkt. Beslissing: we blijven.
Als de Zon hoger komt zal ie misschien de wolken weg schroeien. Ontbijt: scrambled eggs. Geen trek; zenuwen. We pakken ons instrumentarium uit,
beginnen alles op te stellen en een vreemd gemengd gevoel van hoop en
berusting maakt zich van je meester.
“Eerste contact” roep ik. Iedereen kijkt omhoog. Niks te zien dan wolken. In
het oosten een klein gaatje dat onze kant opkomt, even zien we de Zon, met
een hapje eruit. Het spel is op de wagen. De tijd kruipt voort…. de wolken
ook, met heel af en toe een gaatje. Dat geeft maar weinig hoop, er
ijn twee lagen bewolking. De ene laag beweegt oost-west; de andere west-oost.
Dat gaat fout; helemaal fout.
Om je heen kijkend zie je drie typen mensen: de eerste groep werkt
onverstoorbaar door onder het mom van ‘ik heb mijn programma gemaakt en dat
werk ik af’. De tweede groep is hun programma aan het aanpassen.
Mensen die tot de derde groep behoren zitten
rustig op een stoeltje en bekijken de andere groepen. Ik behoor
tot de tweede groep. Mijn uit drie punten bestaand programma wordt drastisch
omgegooid. Het eerste doel was met mijn videocamera de totaliteit te filmen.
Dat wordt nu: de omgeving filmen met een vaste belichting om zo het donker
worden vast te leggen. Het tweede doel was met mijn Canon T70 met
'command
back' de totaliteit met een 24 mm groothoeklens te fotograferen. Dat wordt nu
het fotograferen van de aanstormende maanschaduw. Het derde doel, opnames
met mijn digitale camera van de totaliteit, laat ik helemaal lopen. In mijn
oorspronkelijke programma verliepen de acties van de Canon en de videocamera
volautomatisch en had ik tijd om met de digitale camera te spelen. Nu moet
ik kiezen voor video of foto’s en ik kies het eerste.
De telefoon gaat….Vara’s
Ontbijtradio. Live in de uitzending bij Riks Ozinga; hoe staat het ervoor,
vraagt Riks. Niet best, zeg ik, maar we hopen op een wonder. We bellen na de
totaliteit terug, zegt de Vara. Verbinding verbroken; telefoon maar even
uitzetten tot na de totaliteit.
De totaliteit nadert, het licht krijgt weer die vreemde gouden glans. Vreemd
en mooi tegelijk dat iedereen die kleuren toch anders ervaart. De natuur
heeft het zelf niet in de gaten; de vogels doen hun dagelijkse werk.
Twee minuten voor de totaliteit verschijnt een wat groter gat in de wolken. Een
prachtig gouden sikkeltje piept door de wolken. Snel wat filmen; een filter
is niet nodig, gelukkig maar.
Weer wolken, maar er nadert weer een klein gaatje. Het wordt echt spannend.
De maanbergen bedekken al het laatste stukje zon, dat kan ik nog net zien,
misschien nog 15 seconden voor de totaliteit. Er wordt geroepen: “de schaduw
in het westen komt er aan”.
De wolken sluiten zich, ik wend me af van de Zon en draai me om, start mijn
Canon T70; hij doet het niet - in de stress van de laatste tientallen
seconden heb ik op de verkeerde knop gedrukt; laat maar, volgende keer
beter. Ik hap naar lucht en kijk naar het noordwesten. Kippenvel, haren
recht op je hoofd. Daar komt een zwarte muur op ons af. Ik schreeuw met een
trillende stem “daar komt ie !”, en de duisternis valt, in een fractie van
een seconde. Vogels vliegen een meter boven onze hoofden weg, volkomen in
paniek, luid krijsend zoeken ze hun nesten op. De Afrikanen in het veld
naast ons juichen, schreeuwen, zingen, drukken op de claxon van hun auto,
enthousiast of bang – ik weet het niet. Een man in een ultralicht
vliegtuigje, die al langere tijd in de lucht hangt, maar, ondanks verwoede
pogingen daartoe, niet boven de wolken uitkomt, vliegt nu in het
pikkedonker. Niet ongevaarlijk, zo lijkt me. Ik kijk om me heen, neem alles
op, wat is hier gaande? Iedereen staat doodstil, de tijd staat stil, zo
lijkt het. Een lijkwade ligt over de Aarde en daaronder heerst berusting en
ontzag. Wat geweldig mooi, dat ik dit mag meemaken.
Lang staat de tijd niet stil.
Het wordt licht in het westen en als bij toverslag gaat het licht weer aan.
Dit is, zo weet ik uit ervaring van 1999, het moeilijkste moment. Alle hoop
op een stukje corona is verdwenen, en deze eclips komt nooit, nooit meer
terug. Je weet het en je kunt er geen klap aandoen. Otto en Rita verbreken
deze mijmering door Zuid-Afrikaanse fonkelwijn aan te bieden, want het was
toch een geweldig schouwspel.
De
groep houdt zich kranig. Sommigen zwijgen, anderen spreken met elkaar over
de enorme indruk die ze aan de duisternis hebben overgehouden, anderen
willen even alleen zijn.
Als groepsleider zijn dit
kritische momenten, snel overweeg ik hoe ik dit dode punt moet keren in iets
positiefs. Eerst maar de telefoon aanzetten, de Vara
belt. Hoe is het geweest? Eerlijk zijn, probeer wél de spanning over te
brengen en laat de teleurstelling niet overheersen. Ik hou me kranig en
vertel dat “we niet de hoofdprijs hebben gehaald, maar wel een mooie extra
prijs”. “En nu dan?”, wil de presentator weten. “29 maart 2006 – Turkije”,
zeg ik. “Dan spreken we mekaar weer !”, sluit Riks Ozinga
het gesprek af.
“Afgesproken”. Zo, dat schept alweer verplichtingen voor de toekomst;
vooruit blijven kijken. Maar eerst terug naar de groep.
Ik roep iedereen bij elkaar, de mensen komen om me
heen staan. Sommigen lopen de tranen over de wangen, emoties. Soms van
teleurstelling, soms van het volkomen onder de indruk zijn van het kosmisch
gebodene. Ik bedank de mensen van de Royal Kruger Lodge, die ons een
fantastische plek hebben bezorgd, en ons goed verzorgd hebben. Het enige wat
zij niet in de hand hadden was het weer, en dat is het enige dat misgegaan
is. Verder toch de nadruk leggen op de fantastische bijwerkingen van een
eclips, die we nu hebben ondergaan. Als het helder was geweest zouden we dat
niet zo hebben meegekregen. Niet de hoofdprijs, maar wel een hele mooie
extra prijs. Maar ja, daar hebben we niet deze hele reis voor ondernomen, zo
realiseer ik me. De groep reageert goed, de eclips mag niet een slagschaduw
leggen op de rest van de reis, en ik ben blij met hun reactie.
Één medereiziger ontbrak bij de peptalk, hij wou nog even alleen zijn. Ik ga
naar hem toe. Hij zit op een stoeltje bij zijn opstelling, het hoofd diep
gebogen. Ik sla mijn arm om hem heen, misschien kan ik wat van zijn leed
overnemen. “Al die voorbereidingen…voor niets”, stamelt hij. Ik praat wat op
hem in, krijg zelf ook een brok in mijn keel, dit verdriet kan ook ik niet
wegnemen. Dit verdriet roept om wraak en gerechtigheid: 29 maart 2006. Hij
zal er weer bij zijn, dat weet ik nu al.
Wij ruimen op; het leven gaat
door. De NVWS-Eclipsreis 2002 ook. Rug recht, bovenlip stijf, nog een
laatste maal goed slikken.
De natuur.
De reis gaat door; dezelfde dag
rijden we de beroemde panoramaroute en komen langs ‘Gods Window’, waar het
uitzicht verbluffend moet zijn. Niet als wij er zijn: mist met zicht van 10
meter, en hele dikke regendruppels. ‘Gods Window’ is beslagen; het zit echt
niet mee vandaag.
We verblijven een paar dagen in
het Krugerpark en de schoonheid van het park is verbluffend. We worden weer
helemaal natuurmens, we genieten van alles wat we tegenkomen, van
pillendraaiers (een soort mestkever) tot olifanten. ’s Avonds eten we onder
de zuidelijke sterrenhemel met een kaarslichtje. Wat is die sterrenhemel
toch prachtig.
Na het Krugerpark rijden we via
Swaziland naar Sodwana Bay waar we in lodges kunnen uitwaaien. Mijn
videocamera doet dat zelfs letterlijk als hij met statief en al door de wind
wordt opgenomen en tegen de vlakte slaat: kapot. Sodwana Bay
bezorgt een
aantal van ons een onverwacht maar enorm hoogtepunt. Onder een
gedeeltelijk bewolkte sterrenhemel, de wolken steken zwart tegen de hemel
af, zien we, terwijl in open wagens over het strand rijden en genieten van
het oplichten van de Indische Oceaan, een lederschildpad die eieren legt. Het
maakt een diepe indruk dit 650 kg zware dier haar eieren te zien leggen,
deze zorgvuldig te zien toedekken met zand en vervolgens over het strand te
zien kruipen terug naar de oceaan. Met haar laatste krachten, onderwijl moet
ze regelmatig stoppen om op adem te komen, bereikt ze, met betraande ogen om
deze toch goed nat te houden, de branding. We zien het voorhistorische dier
langzaam verdwijnen in de onmetelijke oceaan. Ze doet dit per legseizoen een
keer of tien, waarbij ze in totaal zo’n 1000 eieren legt. Met een beetje
geluk leveren al deze inspanningen één of twee volwassen lederschildpadden
op. De natuur is hard. En wij maken ons druk om een zonsverduistering….ik
zal nooit schildpadsoep eten.
Een dag later varen we met kleine speedbootjes tussen de dolfijnen, die kat
en muis met de boten spelen. Wat een machtig gezicht. Genieten.
De
Uniesterrenwacht.
Aan het einde van onze reis
brengen we nog een bezoek aan de Uniesterrenwacht in Johannesburg, maar niet
voordat we eerst op bezoek zijn geweest bij Nelson Mandela. Als we bij zijn
huis aankomen willen bewakers ons eerst wegjagen, maar als ik vertel dat we
van de Royal Netherlands Association for Meteorology and Astronomy zijn,
worden ze heel vriendelijk. ‘Netherlands’, dat klonk al goed, maar dat
‘Royal’ deed wonderen.
Helaas is Nelson Mandela niet
thuis, hij is in Kaapstad…. Nou ja, je kunt niet alles hebben.
Op de Sterrenwacht, waar we
te gast
zijn bij de Johannesburg Centre van de Astronomical Society of Southern
Africa (ASSA) krijgen we een rondleiding bij de grote lenzenkijker (diameter
26,5” – 67 cm), die in oude luister hersteld is en nu net zo blinkt als toen
hij in 1925 in gebruik werd genomen. Ik moet zeggen, het heeft wel wat
- zo’n
kolossale lenzenkijker. Verder krijgen we, en daar had Atze Herder, die dit
bezoek geregeld had, mij al voor gewaarschuwd, beelden van de
zonsverduistering te zien van onze
Zuid-Afrikaanse collega’s, want zij hadden in Messina meer geluk gehad dan wij in Josefa. Dat doet even een beetje pijn,
maar ja, bij elke eclips heb je wel geluksvogels en pechvogels. De avond
verloopt in een voortreffelijke gezellige ambiance, met een hapje en een
drankje, en namens de NVWS worden aan voorzitter Dave Gordon een tweetal
boeken aangeboden voor de bibliotheek van de Sterrenwacht: het jubileumboek
van de 100-jarige NVWS, en een exemplaar van het proefschrift van de bekende
Nederlandse astronoom Dirk Brouwer, die gepromoveerd was op een onderzoek
naar verduisteringen en bedekkingen van de Jupitermaantjes op basis van
waarnemingen gedaan door Innes in de jaren 1904-1925 in de Uniesterrenwacht.
Verder worden contacten gelegd om te komen tot uitwisseling van waarnemingen
aan kometen, in 2004 komen er twee relatief heldere kometen langs, de ene
gaat van het Noordelijk naar het Zuidelijk halfrond, de andere van het
Zuidelijk naar het Noordelijk halfrond, en het gezamenlijk waarnemen van de
Venusovergang in 2004 (zij in Zuid-Afrika, wij in Nederland) om zo de
parallax van de zon te kunnen berekenen, en daarmee de afstand Aarde-Zon,
ideetje van Halley. Tegenwoordig niet meer nodig, maar bij de vorige
Venusovergangen (18e en 19e eeuw) nog wel degelijk !
Leuk om te doen, en bovendien is een Venusovergang ook eigenlijk een
gedeeltelijke zonsverduistering. Hopen dat het helder is op 8 juni 2004.